Een ‘onbekende’ oriëntaalse roman van Harriet Beecher Stowe

Hoe verkoop je een boek van een schrijfster die niet meer gelezen wordt? Simpel, je plakt er de naam op van een andere auteur die mateloos populair is. Het is een vorm van literaire fraude waar je als uitgever natuurlijk niet mee wegkomt, maar je kunt het allicht proberen. In 1923 verscheen bij Uitgeversmaatschappij E.J. Bosch een roman van onder de titel De roos van den Libanon. Volgens de titelpagina is het werk van de Amerikaanse schrijfster Harriet Beecher Stowe. Een oorspronkelijke Engelse titel wordt niet gegeven, en ook na zorgvuldige vergelijking wordt niet duidelijk welk werk van Stowe hier in het Nederlands vertaald zou zijn. Is hier sprake van een persoonsverwisseling of is er meer aan de hand?

De roos van den Libanon (1923)
De roos van den Libanon (1923)

Schrijfster en abolitionist

Harriet Beecher Stowe (1811-1896) is de meest gelezen Amerikaanse schrijfster van de negentiende eeuw. Ze is vooral bekend geworden dankzij haar wereldwijde bestseller Uncle Tom’s Cabin (1852). Het verhaal verscheen tussen 1851 en 1852 in wekelijkse afleveringen in de abolitionistische krant The National Era, waarna de activistische boodschap over de immoraliteit van slavernij vrijwel direct onderwerp van discussie werd tussen abolitionisten en verdedigers van slavernij. De roman werd op 20 maart 1852 in boekvorm gepubliceerd en binnen een jaar waren er meer dan 300.000 exemplaren van verkocht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Stowe soms wordt opgevoerd als een soort literaire basis onder de Amerikaanse burgeroorlog. Abraham Lincoln zou in 1862 zelfs tegen haar gezegd hebben ‘So this is the little lady who started this great war’. Hoewel deze uitspraak apocrief is, geeft het aan welke maatschappelijke waarde er eind negentiende eeuw aan haar roman werd toegekend.

 

De eerste Nederlandse vertaling van Uncle Tom’s Cabin stamt al uit 1853. Bij Kruseman in Haarlem verscheen het als De negerhut. Datzelfde jaar verscheen in Sneek een bewerking voor de jeugd onder de titel Een kijkje in de hut van oom Tom. De roman is ook in Nederland nooit meer uit druk geweest en nog altijd in de handel verkrijgbaar. Tot de jaren tachtig van de twintigste eeuw verscheen het meestal onder de titel De negerhut van oom Tom, daarna neutraler als De hut van oom Tom.

De roos van den Libanon
Het is nagenoeg uitgesloten dat er van een schrijfster als Stowe nog een onbekende tekst opduikt. Iedere letter van haar oeuvre is van een voetnoot voorzien en in honderden artikelen zijn haar romans tot op het laatste leesteken uitgeplozen. Werk van haar in Nederlandse vertaling zou dan ook eenvoudig te herleiden moeten zijn tot een oorspronkelijke Engelse titel. De roman De roos van den Libanon, die in 1923 onder haar naam bij Bosch verscheen, is echter niet zo maar te koppelen aan een bekende tekst. De enige connectie tussen de schrijfster en Libanon die ik heb kunnen ontdekken, is een hotelkamer in Lebanon, Ohio die naar haar vernoemd is. Ze heeft daar, zo meldt het hotel op de website, niet zelf geslapen, maar haar zus wel.

Band van de editie 1923
Band van De roos van den Libanon

Het plot van De roos van den Libanon is typisch voor de stroming van het Amerikaans sentimentalisme in de negentiende eeuw. Het verhaal opent met de aankomst van de Britse reiziger Meredith in de Oriënt. Aan de hand van zijn gids Abdoul, een zoon van de sjeik, wordt hij van Beiroet naar het paradijselijke El Fureidis gebracht. Deze gelukzalige vallei, de ‘tuin van den Libanon’, vormt voor de lezer het venster op de oriëntaalse wereld: een westers-utopische constructie van mystiek, heiligheid en sensualiteit.

Het geluk van Meredith verdwijnt als hij zijn oog laat vallen op Havilah, de zeventienjarige Syrische dochter van de zijdefabrikant Augustine Trefoil. Deze fabrikant was zelf geboren uit Amerikaanse ouders in New England, verweesd in Frankrijk en opgevoed door Franse ouders. Nadat Havilah de avances van de Britse reiziger tot wanhoop van haar vader heeft afgewezen, verlaat Meredith gedesillusioneerd El Fureidis en dwaalt hij enkele maanden rond door de Oriënt: hij zocht de bron van de Lethe, stond aan de oevers van de Tigris en Eufraat en liep als Muzelman verkleed zijn zeven ronden om de Kaäba. Het was een tocht vol introspectie en reflectie en bij terugkomst in El Fureidis was hij een ander mens. Meredith begreep nu dat zijn egoïstische trots hem in de weg zat, en dat liefde (sympathie) voor de ander en een devote houding de sleutel tot het hart van Havilah vormen.

Zonder de roman langs de meetlat van het oriëntalisme of de postkoloniale literatuurkritiek te willen leggen, wordt in De roos van den Libanon naast alle westerse clichés over het oosten ook een positief beeld van de Oriënt geschetst. Het is met name opmerkelijk dat de persoonlijke bevrijding van de held van het verhaal teweeg wordt gebracht door de actief handelende half-Syrische, half Frans-Amerikaanse Havilah. Met een beetje goede wil zou je zowel in dit robuuste karakter als in het terugkerende thema van sympathie voor de medemens de stem van Harriet Beecher Stowe kunnen herkennen. Het probleem is: Harriet Beecher Stowe had niets met deze roman te maken!

 

Maria Susanna Cummins
Het paradijselijke El Fureidis is een schepping van haar tijdgenote Maria Susanna Cummins (1827-1866). Afgezien van een paar professoren in de Amerikaanse romantische literatuur van de negentiende eeuw weet niemand meer wie dat is, maar in haar eigen tijd had zij veel succes met haar debuut The Lamplighter (1854). Na Uncle Tom’s Cabin was dit zelfs het best verkopende Amerikaanse boek van haar tijd. Cummins schreef slechts vier romans, voordat zij op 39-jarige leeftijd overleed.

Haar derde boek, El Fureidis (1860) bracht in eigen land weinig teweeg, maar werd wel direct in het Nederlands vertaald. Het verscheen in 1860 in Amsterdam bij de Gebroeders Binger onder de titel El Fureidis: het gelukkige dal van den Libanon in een vertaling van Johannes Karel van den Wulp. Voor zover bekend is er alleen in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conciense nog een exemplaar van deze uitgave overgebleven. De rechten van de vertaling werden in 1861 verkocht aan L.E. Bosch & Zoon en in datzelfde jaar verscheen bij deze uitgever in Utrecht dezelfde vertaling onder de titel De gelukkige christenen in het dal des Libanons. Ook in Nederland was de roman ogenschijnlijk geen groot succes, want vijftien jaar later, in 1876, werden 295 resterende exemplaren voor 17 cent per stuk door Bosch verkocht aan de Rotterdamse boekhandelaar Bolle. Hierna verdween het werk voor een halve eeuw uit beeld.

Bij de publicatie van De roos van den Libanon in 1923 dacht waarschijnlijk niemand meer aan El Fureidis van Maria Susanna Cummins. Op het eerste gezicht is daar ook geen enkele aanleiding toe. De eerste regel van het origineel luidt: ‘The sun was setting over that far-famed eastern land’. In de vertaling van Van den Wulp uit 1860 werd dat: ‘De zon ging onder over dat wijdvermaarde land van het Oosten’. In de uitgave van 1923 begint de roman met de regel: ‘Het was de avond van den tweeden dag sinds Meredith Beyruth verliet’. Het lijkt een totaal andere tekst.

Als we verder kijken, blijkt de uitgave van 1923 wel degelijk een nieuwe vertaling van El Fureidis te zijn. De anonieme vertaler heeft doelbewust de inleidende brief van Cummins, het gehele eerste hoofdstuk én de en de eerste regel van het tweede hoofdstuk geschrapt, maar de rest van de tekst volgt enigszins vrij de originele Engelse tekst uit 1860. Met name het weglaten van de inleidende brief van Cummins is ingrijpend, omdat zij daar uitlegt dat zij zelf geen voet in de Oriënt heeft gezet en haar inspiratie haalde uit de verslagen van reizigers en historici als Richard Burton en Jacob Burckhardt. De vraag is natuurlijk waarom er 63 jaar na dato een nieuwe vertaling van een geflopte roman moest komen, waarom deze zo verhaspeld werd, en waarom de verkeerde auteur op de titelpagina werd vermeld.

Engelse uitgave (1860), begin van het 2e hoofdstuk
Engelse uitgave (1860), begin van hoofdstuk 2
Nederlandse uitgave (1861), opening hoofdstuk 2
Nederlandse uitgave (1861), hoofdstuk 2
Nederlandse uitgave (1923), begin hoofdstuk 1
Nederlandse uitgave (1923), begin hoofdstuk 1

Foutje, of Fraude?
Een uitgever die er bij het vervaardigen van een nieuwe vertaling mee akkoord gaat dat er rigoureus gesneden wordt in het oorspronkelijke werk, en ook nog eens de verkeerde auteur op de titelpagina zet, heeft duidelijk iets te verbergen. Hier is geen sprake van een foutje. Het is echter vooral opmerkelijk dat ze er mee weggekomen zijn. In kranten werd De roos van den Libanon kritiekloos aangekondigd als een roman van Harriet Beecher Stowe. Ook bibliografieën hebben tot aan vandaag geen enkel vraagteken bij het auteurschap geplaatst. Het boek had bovendien meer succes dan het origineel, want kort na de eerste druk verscheen een tweede druk. Alle mystificaties bleven gehandhaafd.

Gereformeerd Jongelingsblad 23 maart 1923

Over de motieven van de uitgever voor deze literaire fraude kunnen we slechts speculeren. De directe aanleiding voor een nieuwe uitgave van de roman zou wel eens in Frankrijk kunnen liggen. De in 1861 verschenen Franse vertaling door Charles Bernard-Derosne was door uitgever Hachette een tiental keren herdrukt, met zelfs in 1924 nog een nieuwe uitgave onder de titel La Rose du Liban (El Fureidis). In datzelfde jaar verscheen bij Albin Michel de roman La Châtelaine du Liban van Pierre Benoit. Deze bestseller over dezelfde regio als het boek van Cummins werd verfilmd en kwam in 1926 in de Nederlandse bioscopen terecht onder de titel… De roos van den Libanon. Het is niet duidelijk of hier sprake is van een gelukkig toeval of afgesproken werk, maar het is duidelijk dat de mysterieuze wereld van Libanon in de jaren twintig plots weer in de schijnwerpers stond.

Waar Hachette de oorspronkelijke Franse vertaling uit 1861 steeds opnieuw op de markt bracht, consequent onder de naam van Cummins, koos E.J. Bosch voor een nieuwe vertaling onder de naam van Harriet Beecher Stowe. Waarom deze geforceerde mystificatie? Had Bosch soms de rechten niet meer omdat in 1876 de restanten van de oorspronkelijke oplage voor 17 cent per stuk aan Bolle waren verkocht? Deze Rotterdamse boekhandelaar bracht in de jaren twintig veel herdrukken van 19e-eeuwse literatuur in vertaling op de markt en was wellicht niet van zin om afstand te doen van de vertaalrechten.

Een nieuwe uitgave onder de naam van Cummins zou in dat geval te veel aandacht hebben getrokken. Een nieuwe uitgave die volledig anoniem was zou te weinig aandacht hebben getrokken. Hoewel het keiharde bewijs ontbreekt, lijkt de firma Bosch er simpelweg voor gekozen te hebben om dan maar de naam van een schrijfster uit hetzelfde land, dezelfde periode en dezelfde literaire stijl op de titelpagina te zetten. En door een beetje te knippen in het begin van de roman, had niemand dat door. Bijna een eeuw later vallen ze nu alsnog door de mand!

Edities van El Fureidis
El Fureidis / by the author of “The lamplighter” and “Mabel Vaughan” [= Maria Susanna Cummins]. – Boston : Ticknor & Fields, 1860. [Reprint online].

El Fureidis : het gelukkige dal van den Libanon / door M. Cummins ; uit het Engelsch overgezet door J.K. van der Wulp. – Amsterdam : Gebr. Binger, 1860.

De gelukkige christenen in het dal des Libanons / door M. Cummins ; uit het Engelsch overgezet door J.K. van der Wulp. – Utrecht : Bosch en Zoon, [1861]. [Online]

De roos van den Libanon / Harriet Beecher Stowe ; [vert. uit het Engelsch]. – Baarn : E.J. Bosch, [1923]. – 221 p ; 21 cm. Gebonden in roodbruin linnen met goudopdruk. – Impressum op omslag: Baarn : Uitgeversmij. E.J. Bosch Jbzn.. – De auteur is niet de op de titelpagina vermelde Harriet Beecher Stowe, maar Maria Susanna Cummins.

De roos van den Libanon / Harriet Beecher Stowe. – Tweede druk. – Baarn : Uitgeversmaatschappij E.J. Bosch Jbzn., [tussen 1923 en 1925?]. – 221 pagina’s ; 21 cm. Gebonden in roodbruin linnen met goudopdruk. – Impressum op omslag: Baarn : Uitgeversmij. E.J. Bosch Jbzn.. – De auteur is niet de op de titelpagina vermelde Harriet Beecher Stowe, maar Maria Susanna Cummins

Literatuur
Steven Hamelman, ‘Orientalism and Sympathy in Maria Susanna Cummins’s El Fureidîs’ Legacy vol. 25, no. 1 (2008), pp. 62-82. [Online].

Malini Johar Schueller, U.S. Orientalisms: Race, Nation, and Gender in Literature, 1790-1890 (Ann Arbor, Mich. : The University of Michigan Press, 1998). [Online]

%d bloggers like this: