Ogenbedrog: drie politieke trompe-l’oeils uit Dordrecht

Op een zomerse dag in juni 2011 keek ik in Stockholm op het Sergelstorg over de balustrade en dacht dat de aarde voor mij was opengespleten. Recht onder mij wandelde het winkelend publiek langs een gapend gat, een afgrond die rechtstreeks naar het midden van de aarde leek te leiden. Het bleek een geslaagde optische illusie van de Zweedse fotograaf en kunstenaar Erik Johansson onder de titel ‘Mind your step’. Sinds die dag heb ik een bijzondere belangstelling voor de kunst van de optische illusie, de trompe-l’oeil, de schijnbedrieger.

Het genre van de trompe-l’oeil voorstellingen was bijzonder populair in de zeventiende en achttiende eeuw. De techniek was geschikt voor het maken van doorkijkjes, het suggereren van diepte en het creëren van andere illusies. Stillevens zijn de bekendste vorm van schijnbedriegers, maar we komen de techniek ook tegen op plafond- en muurschilderingen in kerken en theaters. Binnen het genre bestond er een categorie die gericht was op een bedrieglijk realistische weergave van drukwerk. Vooral efemeer drukwerk, zoals pamfletten, kranten, almanakken en speelkaarten, komen we veel tegen op trompe-l’oeils. Op zichzelf is dat al interessant, omdat juist dit soort drukwerk slechts in beperkte mate is overgeleverd. De afbeelding kan dus aanwijzingen bieden over het bestaan van boekjes of krantjes die wij niet meer kennen. Tegelijkertijd is dat natuurlijk een heel beperkte manier om naar een trompe-l’oeil te kijken. De kunstenaar beeldde niet willekeurig losliggend drukwerk af, hij had vast een bedoeling met zijn voorstelling. Het kan een reactie zijn geweest op bestaand drukwerk, op bepaalde typografische conventies of zelfs maatschappelijke ontwikkelingen, maar hoe kom je daar achter?

Afgelopen maand kocht ik op een veiling drie trompe-l’oeils of schijnbedriegers die gemaakt lijken door één kunstenaar. Ze hebben hetzelfde formaat, komen alle drie uit het midden van de achttiende eeuw en behandelen hetzelfde onderwerp: het stadsbestuur van Dordrecht. De kwaliteit van de voorstellingen is niet zo goed dat we ons echt gefopt voelen wanneer we zien dat dit pentekeningen zijn en geen drukwerk. Het heeft er echter alle schijn van dat er een symboliek in de voorstellingen zit waarmee commentaar geleverd wordt op politieke ontwikkelingen in de stad.

Op de eerste voorstelling zien we een naamlijst van regenten uit 1740, wat bladen uit een almanak en speel- of tarotkaarten, waarbij de ‘Capitaine’ met zwaard pontificaal bovenop ligt. In de tarotsymboliek staat deze kaart voor analytisch, assertief, direct, helder en rechtvaardig leiderschap, waarmee de anonieme kunstenaar duidelijk laat blijken hoe hij tegen de regenten van de stad aankeek. Althans, tegen degenen die in 1740 op het pluche zaten. De andere twee voorstellingen vertellen ogenschijnlijk een ander verhaal.

Trompe-l'oeil 1740
Trompe-l’oeil met naamlijst van regenten en tarotkaart

Op de tweede tekening zien we drie verwijzingen naar tijd: onderop ligt een blad met de titel ‘Verscheyde historien’, waarmee naar het verleden wordt verwezen, links zien we een uitgave van de populaire almanak ‘De Italiaenschen waarsegger’, als verwijzing naar de toekomst, in dit geval 1748, en bovenop een tijdtabel voor trekschuiten en postwagens, die met de titel ‘Tyd-wyzer’ in deze context als het heden kan worden opgevat. Verder op de voorstelling een afbeelding van een scheepje (het schip van staat) in stormachtig weer, en duidelijk zichtbaar Psalm 32, waarmee gesuggereerd wordt dat het huidige ongeluk een gevolg is van oude zonden.

Trompe-l'oeil 1747
Trompe-l’oeil met verwijzingen naar het verleden, heden en de toekomst

De derde trompe-l’oeil toont vier bladen uit de ‘Oprechte Dordrechtse almanak’ voor het jaar 1753 en een uitstekend blad onder de titel ‘Den overaardigen prater, verhalende eenig kortswilige snakeryen’. Wat hier precies aan de hand is, wordt niet helemaal duidelijk, maar de suggestie wordt gewekt dat de toekomst (almanak) zal worden gedomineerd door praatjesmakers.

Trompe-l'oeil 1753
Trompe-l’oeil met een almanak voor het jaar 1753

Als we de drie tekeningen als een serie beschouwen, dan is 1748 een kantelpunt. In de geschiedenis valt dit samen met het einde van het Tweede Stadhouderloze Tijdperk, een periode van veel bestuurswisselingen waarin de ontevreden burgerij afrekende met oude regenten. De tarotkaart op de eerste tekening is de sterkste aanwijzing dat de sympathie van de maker bij de oude stadsregering lag. Wellicht zijn deze trompe-l’oeils in opdracht van een oude Dordtse regent gemaakt. Zo kon hij zichzelf nog eens lekker voor de gek houden, zijn eigen ogen bedriegen, terwijl de wereld buiten veranderd was.