Het beste cadeau dat je van Sinterklaas kunt krijgen is natuurlijk een boek. Dat is al eeuwen zo, en zal ook nog wel een tijdje zo blijven. Maar hoe komen we erachter welke boeken de zoete kinderen vroeger kregen?
Op een kleurenlitho uit 1873 zien we hoe de Sint stapels boeken inkoopt in een boekenwinkel. De boekhandelaar en zijn jongste bediende dragen ze aan, Piet stopt de boeken zorgvuldig in een kist. Boven de kasten zijn de titels van populaire kinderboeken als Robinson Crusoë, Moeder de Gans, Reintje van der Schalk, Jan Klaassen en Pierrot te lezen. De litho is afkomstig uit de tweede druk van het boekje De St. Nicolaas-avond, uitgegeven door Dirk Noothoven van Goor. Deze Leidse uitgever had veel kinderboeken in zijn fonds, waaronder uiteraard de genoemde titels. De litho is dus eigenlijk een soort uitgeversreclame.
Sinterklaas in een boekhandel, Rijksmuseum RP-P-2015-26-41
De traditie om cadeautjes te geven op 5 december wordt meestal verbonden aan de legendarische vrijgevigheid van de Sint. Al in de vijftiende eeuw bestond in armenhuizen het gebruik om de schoen te zetten. Op de schilderijen van Jan Steen uit de zeventiende eeuw zien we dat kinderen speelgoed en snoepgoed kregen. Wanneer Sinterklaas voor de eerste keer een boek in een schoen stopte is niet zonder meer aan te geven. Het is waarschijnlijk dat hij in de loop van de zestiende of de zeventiende eeuw weleens een centsprent of een leesboekje cadeau heeft gedaan, maar de kans dat deze aan ons overgeleverd zijn is niet zo groot.
In de tweede helft van de achttiende eeuw adverteerden verschillende boekhandelaren in de aanloop naar sinterklaasavond met geschikte cadeautjes. Onderstaande advertentie uit de Groninger Courant van 3 december 1799 noemt onder meer een ‘printjes almanach voor kinderen met 15 gecouleurde plaatjes’. De prentalmanak voor kinderen was een genre dat pas aan het einde van de achttiende eeuw opkwam en direct door de Sint in zijn assortiment werd opgenomen. Andere warm aanbevolen sinterklaascadeautjes zijn de gedichtjes van Joannes Le Francq van Berkhey met etsen van Pieter de Mare naar tekeningen van Christina Chalon (hier in editie uit 1793), Volksliedjens, uitgegeven door de Maatschappij tot nut van ‘t algemeen, Zedenkundige lessen van de Duitse moralist Johann Jakob Kämmerer en het kinderboek De vermaarde historie van Gillis Zoetekoek.
Advertentie in de Groninger Courant van dinsdag 3 december 1799
Prentjes, almanakken, gedichtjes en zedenkundige lectuur vormden de kern van het aanbod in de boekwinkel, maar kregen en lazen kinderen deze titels ook? Wie in de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek zoekt op “5 december” of “5 dec” krijgt een paar honderd titels waar ergens in het boek een opdracht of annotatie met die datum staat. Harde wetenschap is het niet, want opdrachten en andere annotaties worden slechts sporadisch opgenomen in een catalogus. Uit de achttiende eeuw komen we bijvoorbeeld niets tegen. Niettemin geeft het een beeld van de boeken die vanaf de negentiende eeuw door Sinterklaas cadeau werden gedaan.
Een van de oudste opdrachten die wijst op een boek als sinterklaascadeautje is een krabbel in het kinderboek De ongelukkige Eduard, of Het doofstommen-gesticht uit 1828 (KW BJ 25323). De opdracht is gedateerd op 5 december, de tekst bevat een vrij zware moraal voor een cadeautje: dat je blij moet zijn met de noodzakelijke zintuigen die je bezit en dat je ze nu moet gebruiken om er op latere leeftijd de vruchten van te plukken. Later in de eeuw wordt het duidelijker dat we met cadeautjes te maken hebben. In een exemplaar van Hans en Grietje (KW GW A108264) uit de jaren 1870 staat op het schutblad geschreven “Gekregen van juffrouw Loomant op Sint-Nicolaas, 5 dec. 1875.”
Wie verder zoekt, vindt talloze voorbeelden van prentenboeken, sprookjes en jeugdverhalen die sinterklaasavond zijn geschonken. Zo kreeg Arie in 1923 van Oma Barendregt het boek John Pitt, van krantenjongen tot millionair (KW Kluitman 5319) en staat in Zeven jongens en ‘n ouwe schuit (KW Kluitman 1017) dat het gekregen is van tante Kitty op 5 december 1928. Jeanne de Waard, tot slot, had in 1923 wel een hele goede Sinterklaas. In het depot vinden we twee boeken die zij dat jaar op pakjesavond kreeg: twee deeltjes uit de serie Vroolijk en oolijk (KW GW A103861 en KW GW A103866).