Het huwelijk: een handboek

‘Wij hebben een kostelijk boek voor ons liggen’, schrijft het godsdienstig-staatkundig dagblad De Tijd op 6 januari 1873. Het is de openingszin van een lovende recensie van het boekje Huwelijk van pastoor W.J. van Campen. De ondertitel maakt duidelijk met wat voor een kostelijke publicatie we te maken hebben: geen vlijmscherpe satire of geslepen maatschappijkritiek, maar een ‘handboek voor christelijke echtelieden’. 

Humor is duidelijk tijdgebonden. In het decennium waarin Tolstoj schreef dat alle gelukkige gezinnen op elkaar lijken en elk ongelukkig gezin op geheel eigen wijze ongelukkig is, schuilt er zonder meer enige ironie in een zelfhulpboekje voor verbeterde huisvreugd en huwelijksgeluk. Maar dat is achteraf. Pastoor Van Campen is bloedserieus wanneer hij in 388 pagina’s uitlegt hoe het moet en hoe het hoort, wat de rechten en de plichten van christelijke echtgenoten zijn. Vermeldenswaard is dat de auteur de dagen van verkering als het grootste gevaar voor het huwelijksgeluk beschouwt. Hij raadt de lezer dan ook aan om de tijd van verkering ‘zoo kort mogelijk’ te houden.

Nieuwe uitgave van Van Campen's huwelijksgids
Het Huwelijk

De eerste druk van Huwelijk verscheen al in 1866 bij Van den Hoeven in Amsterdam, de tweede druk zes jaar later bij Beerendonk in dezelfde stad. Gelijktijdig bracht Van Campen ook nog een verkorte versie van 32 pagina’s uit, onder de titel Huwelijk: kort onderrigt voor bruidegom en bruid. Mogelijk voor de echtelieden die na een korte verkering al te haastig getrouwd waren en niet veel tijd hadden om de lesstof tot zich te nemen. Op basis van deze publicatiegeschiedenis lijkt het werk van Van Campen hoogstens zo’n tien tot vijftien jaar in de mode te zijn geweest.

Een bijzonder exemplaar van het huwelijksgidsje, te vinden in het depot van de Koninklijke Bibliotheek, vertelt een ander verhaal . Het is volgens de titelpagina een ‘nieuwe uitgave’, zonder datering, met de naam van G. Borg op de titelpagina. Deze boekhandelaar was al vanaf de vroege jaren zeventig van de negentiende eeuw in Amsterdam actief, maar het lijkt er niet op dat hij het reeds in deze tijd in zijn fonds had. Via Delpher komen we advertenties uit 1891 en 1898 tegen waarin hij het werk van Van Campen te koop aanbiedt. In een advertentie in De Tijd van 31 oktober 1904 komen we het werkje wederom tegen, nu met de opmerking ‘keurig gebonden, rood op snee’. Op het depot-exemplaar van de Koninklijke Bibliotheek is deze rode kleur een eeuw later nog altijd goed zichtbaar en de verleiding is groot om dit exemplaar direct aan deze advertentie te verbinden. Hoewel we niet weten of de in 1891 en 1898 aangeboden exemplaren wellicht óók rood op snee hadden, kan ik mij voorstellen dat boekhandelaar Borg de kleur pas later aanbracht. Mogelijk om te verhullen dat de onverkochte exemplaren van het huwelijksgidsje enigszins beduimeld waren na een decennium op de plank.

Advertentie in 'De Tijd'
Advertentie in ‘De Tijd’
Rood op snee
Rood op snee

Het KB-exemplaar bevat tevens een opdracht in handschrift op het schutblad: “Aan mijn petekind Mélanie Eléonore Julien bij gelegenheid van haar huwelijk met de weledelgestrenge Heer Richardson Bennernagel … op woensdag 12 juli 1911…Charles … de Meulder”. Uit de archieven blijkt dat deze twee inderdaad op die dag met elkaar trouwden, en al weten we verder niets over deze mensen, laat de opdracht in ieder geval zien dat het boekje van Van Campen 48 jaar na publicatie nog altijd in omloop was. Het werd zelfs cadeau gedaan bij de gelegenheid waar het oorspronkelijk voor bedoeld was: een huwelijk.

Opdracht
Opdracht in ‘Huwelijk’

Vandaag is het woensdag 12 juli en dus de trouwdag van deze twee christelijke geliefden.. Het boekje in het depot van de Koninklijke Bibliotheek is een goede aanleiding om daar 106 jaar later nog eens bij stil te staan.

Een aardig boekje met een leuke opdracht. Zo beschouwd is het inderdaad een kostelijk boek.

Literatuur

Het huwelijk : handboek voor christelijke echtgenooten / door W.J. van Campen. – Nieuwe uitgave. – Amsterdam : G. Borg, [1904]. – 388 pagina’s ; 19 cm. – Gebonden in groen linnen met goudopdruk. – Heruitgave van de 2e druk: Amsterdam : Beerendonk, 1872. – 1e druk: Amsterdam : J. van der Hoeven, 1866.
KB-depot exemplaar: 12032467

4 Comments

  1. Melanie Eleonore Julien and Willem Richardson Bennernagel were my grandparents.
    It was delight to read this inscription in the article. The family De Meulder ( no ‘s’) were relatives on my grandmother’s side.

    Many thanks,
    Yvonne

  2. Thank you for your comment, I corrected the family name to De Meulder. Wonderful to see that a handwritten dedication in a book can reach family a century later! I hope you understand from the Dutch text that the annotation in a ‘guide to marriage’ that was quite popular in the Netherlands around the turn of the century. The book is now in the National Library of the Netherlands in The Hague.

    Best wishes,
    Alex

  3. Adrianus van den Hoeven is mijn overgrootvader. Het genoemde boekje heb ik in mijn bezit, evenals enkele ander van zijn uitgaven. Ik heb een boekje (gebedenboekje) waarin hij op een inlegvelletje verjaardagen van zijn contacten geschreven had. W.J. van Campen staat daarbij (1 augustus), maar ook H.M. Werker (17 februari) en zouavenpater C. de Kruyf (28 november).
    Misschien aardig op te merken, Adrianus’ carrière gestart is bij P.N. Verhoeven in ‘s-Hertogenbosch. Voor hij naar Amsterdam verhuisde heeft hij enige jaren als boekhandelaar en uitgever op de Markt in Maastricht gewoond. Om nog niet opgehelderde redenen is hij uit Amsterdam naar Ambt Almelo verhuisd. Wat hij daar gedaan heeft is nog niet achterhaald. Na een kort verblijf in Ambt Almelo en een kort verblijf in ‘s-Hertogenbosch is hij naar Tilburg verhuisd, waar hij als redacteur voor de Nieuwe Tilburgsche Courant heeft gewerkt.
    In zijn jonge jaren te ‘s-Hertogenbosch heeft hij ook zelf boeken geschreven, o.a. Helena of het vermogen der deugd, uitgegeven door P.N. Verhoeven, zijn ‘baas’ dus.

  4. Bedankt voor deze reactie met interessante achtergrondinfo! Dat gebedenboekje lijkt me een prachtig stukje uitgeversgeschiedenis, voor een onderzoeker van de 19e-eeuwse boekenwereld geeft dat uiteraard een fraai beeld van het netwerk van de uitgever. Ik kan me voorstellen dat het voor u persoonlijke waarde heeft en er daarom nooit afstand van zult doen, maar mocht u ooit twijfelen, dan zou de Bibliotheek van het Boekenvak een goede bestemming zijn!

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.