Günther Panstingl

In de afgelopen weken zijn twee vooroorlogse romans van Günther Panstingl opgenomen in het depot van de Koninklijke Bibliotheek. Om te beginnen Gerry Rickeberg: het raadsel van de dacia die in 1931 verscheen bij Hollandia in Baarn. Vervolgens zowel een ingenaaid als een gebonden exemplaar van De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde, een roman die in 1929 werd uitgebracht door Bruna. Tot nog toe was er niet één exemplaar van een boek van Panstingl bekend in een Nederlandse bibliotheek, en wie googelt op zijn naam vindt bijna geen informatie over de auteur. Opmerkelijk, want in het interbellum was hij een markant figuur in de Nederlandse journalistiek en het Haagse sociale leven.

Günther Panstingl
Zijn naam klinkt als een personage uit een Midden-Europese roman en als je zijn leven in ogenschouw neemt, dan is hij dat eigenlijk ook. Günther Panstingl (1883-1955) werd geboren in Wenen. Hij werd doctor in de rechten en was in 1911 actief als advocaat. In augustus 1914 ging hij als reserve-officier de Grote Oorlog in, twee jaar later werd hij krijgsgevangen gemaakt door de Russen en naar Siberië gezonden. Hij wist in juli 1918 te ontsnappen en vluchtte via China, Japan en Nederlands-Indië naar Nederland, waar hij zich hard zou maken voor het lot van de duizenden vergeten krijgsgevangenen die ook na de vrede nog onder ellendige omstandigheden in Siberië werden vastgehouden.

Günther Panstingl
Günther Panstingl in uniform aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog

Panstingl zou het grootste gedeelte van het interbellum in Nederland blijven wonen en werken. In 1923 trouwde hij in Den Haag met de in Batavia geboren Felicitas Melanie Buddingh. Op de trouwakte stond de aantekening dat hij geen beroep had. Hoewel dat op dat moment wellicht klopte, zou hij zich in de daaropvolgende jaren laten gelden als journalist. Hij was onder meer correspondent voor de liberale Duitstalige krant uit Boedapest Pester Lloyd, schreef over de Nederlandse politiek in het Zeitschrift für Politik en gaf lezingen over zijn ervaringen in Siberië en het bolsjewisme. De artikelen die hij in Pester Lloyd over Nederland schreef, kwamen vervolgens soms weer in vertaling en met Nederlands commentaar in de Nederlandse kranten terecht.

Romanschrijver
Aan het einde van de jaren twintig begon Panstingl met het schrijven van romans. In eerste instantie verschenen deze als feuilleton in een krant en pas daarna in boekvorm. Zijn eerste verhaal De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde verscheen in 1928 onder het pseudoniem Jan van Merlensteijn in het Haarlem’s Dagblad. In Het Vaderland werd vanaf maart 1930 de detective Gerry Rickenberg in afleveringen gepubliceerd en de lezers van het Nieuwsblad van het Noorden kregen in augustus van datzelfde jaar En haat grijnsde… voorgeschoteld. Het succes van de verhalen blijkt uit de opvolging die zij kregen. Niet alleen verschenen de feuilletons in de daaropvolgende jaren ook in andere kranten, de eerst twee verhalen werden ook in boekvorm uitgegeven. De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde verscheen in 1929 bij Bruna, twee jaar later bracht Hollandia Gerry Rickenberg uit.

De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde
Omslag van Panstingl’s ‘De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde’

Uit het voorwoord van De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde blijkt dat Panstingl het werk oorspronkelijk in het Nederlands heeft geschreven. ‘Hollandsch, hoewel mij lief en reeds zeer vertrouwd, is niet mijn moedertaal’, verzucht hij met valse bescheidenheid. ‘De grondgedachte van dit boek,’ zo schrijft Panstingl, is ‘de kracht van het menschelijk denken en willen in mechanische arbeid om te zetten.’ Hetzelfde thema, zo vervolgt hij, was al eens behandeld in een korte novelle door Ben van Eijsselsteijn.

De roman draait om de uitvinding van een curieuze machine door een van de leden van de Wassenaarse ingenieursfamilie Van der Velde: de ‘concentrator’. Het is een apparaat waarmee op afstand ingegrepen kan worden in de wereld door middel van het uitzenden van gedachtengolven. Bewust van het risico dat deze spectaculaire uitvinding met zich meebrengt, houdt de familie de machine voor de wereld verborgen. Niettemin proberen ze hem waar mogelijk voor de goede zaak in te zetten. Ze tillen onder meer een vastgelopen onderzeeër van de zeebodem en verjagen piraten van een schip. ‘Wij hielpen, waar we konden, zonder ons om ras of nationaliteit te bekommeren.’ Hoewel geen groots proza, heeft het verhaal een prettig naïeve grondtoon van optimisme en pacifisme.

Het succes van Panstingl’s Nederlandse romans kreeg snel een vervolg in zijn moedertaal. Direct in 1929 verscheen Die vier denkwürdigen Jahre der Familie van der Velde bij Hackebeil in Berlijn. Geheimnis um Gerry Rickeberg werd in 1934 bij Hans Müller in Leipzig uitgebracht. Daarnaast verschenen er ook een aantal boeken waarvan – vooralsnog – geen Nederlandse editie bekend is: Die lodernde Straße (Essen: Fredebeul & Koenen, 1931), Verrat an Woltmann (Leipzig: Müller, 1934) en In Maske durch den Fernen Osten (Leipzig: Müller, 1934).

Deze laatste titel verscheen onder het pseudoniem Johann M. Weltegast, maar zoals een recensent in Het Vaderland opmerkte zouden de meeste Haagse lezers spoedig merken wie er achter het masker van dit pseudoniem verborgen zat. Het is, zo vervolgde de recensent, een buitenlands journalist wiens entree in Nederland ‘wel enige sensatie teweeg bracht.’ In Maske durch den Fernen Osten beschrijft het verhaal van Panstingl’s krijgsgevangenschap en ontsnapping dat hij al in 1920 in Haagse salons ten gehore bracht. De uitgave is voorzien van talrijke foto’s, waaronder het hierboven getoonde portret van de auteur in uniform, en vormt alleen om die reden al een prachtig historisch document.

Vergeten schrijver
De vraag die overblijft is hoe het mogelijk is dat iemand die geruime tijd een actieve rol speelde in de Haagse journalistieke wereld, die een handvol boeken op zijn naam heeft staan, en die kennelijk nauwelijks introductie bij zijn tijdgenoten behoefde, in een tijdsbestek van enkele decennia volledig vergeten kon worden. Niet alleen bij het grote publiek, er is geen fatsoenlijke biografische schets over hem beschikbaar, en tot voor kort werd er niet één exemplaar van zijn boeken in een Nederlandse bibliotheek bewaard.

Een deel van het antwoord hangt waarschijnlijk samen met zijn ontsporende privéleven. In 1937 scheidde hij van zijn vrouw Felicitas Melanie Buddingh. Twee jaar eerder had zij onder het pseudoniem Felicitas Cordea zelf een roman uitgebracht, met de in deze context ironische titel Zooals het werkelijk ging… De roman geeft een schets van Den Haag in het interbellum, maar slaat niet noodzakelijk op het mislukte huwelijk met haar Oostenrijkse officier. Na 1940 is er in de Nederlandse kranten niets meer over Panstingl te vinden. In de naoorlogse archieven komt zijn naam voor onder de kopjes ‘Politiek delinquenten’ en ‘Antecedentenonderzoeken ten behoeve van belanghebbenden in verband met paspoortaanvragen, terugkeer naar Nederland’. Was hij naar het buitenland vertrokken, of had hij in de oorlog de verkeerde kant gekozen? In het standaardwerk van Loe de Jong over de Tweede Wereldoorlog wordt hij in ieder geval twee keer genoemd als correspondent van de Völkischer Beobachter, de officiële krant van de NSDAP. De precieze context is nog niet duidelijk, de archieven zijn pas over een aantal jaar openbaar toegankelijk.

Detectives en science-fiction verhalen van het soort dat Panstingl schreef werden tot voor kort niet of nauwelijks in wetenschappelijke bibliotheken bewaard. Tachtig jaar geleden had geen collectiespecialist kunnen denken dat het publiek nog eens om Panstingl zou vragen, in plaats van tijdgenoten als Du Perron of Ter Braak. Dat zijn boeken nu na al die jaren toch opgenomen zijn is niet helemaal toevallig. Recent zijn flinke schenkingen die afkomstig zijn van de uitgevers Hollandia en Bruna in het depot van de Koninklijke Bibliotheek opgenomen. Precies bij deze twee uitgevers verschenen de Nederlandse romans van Panstingl. In de schenking van Bruna bevond zich ook de roman Zooals het werkelijk ging… van zijn ex-vrouw Felicitas Melanie Buddingh. Met dank aan de boeken in het depot en de gedigitaliseerde kranten, is dat precies wat er nu naar voren komt. Een beeld van hoe het werkelijk ging. Fragmentarisch.

Bibliografie

De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde / door dr. Günther Panstingl. – Utrecht: N.V. A.W. Bruna & Zoon’s Uitgevers-Mij., ©1929. Oorspronkelijk verschenen als feuilleton in: Haarlem’s Dagblad. 1928.

Exemplaren: Koninklijke Bibliotheek 9028315 (Gebonden met stofomslag); Koninklijke Bibliotheek 9028316 (Ingenaaid).

Gerry Rickeberg: het raadsel van de dacia / door dr. G. Panstingl. – Baarn: N.V. Hollandia-Drukkerij, 1931. Oorspronkelijk verschenen als feuilleton in: Het Vaderland. 1930.

Exemplaar: Koninklijke Bibliotheek  9021956 (Gebonden met stofomslag).

%d bloggers like this: